2. A tale of two brothers

Twee verschillende vertegenwoordigers uit de kopersectie, maar bijna even oud.

Althorn
Althoorn
Euphonium
Euphonium

Maar laten we historisch gezien stap voor stap bekijken:

De althoorn behoort - algemeen gesproken - tot de saxinstrumenten. Van het hele scala van deze saxinstrumenten zijn de saxhoorns en sax-trompetten hier van belang vanwege de blaastechniek. Deze saxhoorns, waartoe ook de althoorn behoort, stammen af van de bugel.

De althoorn wordt dus onderverdeeld in de groep van tenor- en baritonhoorns, waarvan de oorsprong ook bij de bugel ligt. Een korte historische excursie laat zien dat de bugel in de prehistorie werd gemaakt van dierlijke hoorn. Hun oorspronkelijke doel was jagen en vechten. 1000 jaar geleden werden de hoorns verder ontwikkeld en voorzien van vingergaten, wat het bereik vergrootte. Pas zo'n 700 jaar later werd het instrument als het ware weer uit de la gehaald en aangepast, bijvoorbeeld met de uitvinding van het pompventiel in 1814 door Heinrich Stölzel en Friedrich Blühmel en het draaiventiel in 1818.

Tussen 1843 en 1855 ontwikkelde Adolphe Sax een hele familie instrumenten met deze ventielen. Daaronder bevonden zich de althoorn en het euphonium. De saxhoorns die Adolphe Sax ontwierp, hadden in totaal zeven registers en varieerden van de sopranino in Es tot de subcontrabassaxhoorn in Bes. Het was moeilijk om een onderscheid te maken tussen de lage registers van de tuba en Sax' instrumenten. Bovendien is de term saxhoorn in de moderne tijd bijna volledig uit het vocabulaire verdwenen.

Adolphe Sax

Dat de saxhoorns en daarmee de althoorn zich überhaupt in de geschiedenis hebben kunnen verankeren, is te danken aan de familie Distin. Aan het begin van de 19e eeuw verscheen John Distin met zijn 'familieband' om de populariteit van kopermuziek te vergroten met het idee van brassbands. Zijn succes was echter matig. Alleen een ontmoeting met Adolphe Sax en het gebruik van zijn saxhoornkwintet bracht hier verandering in. De carrière van zowel brassbands als saxhoorns nam zijn loop. Uit alle uitvindingen en patenten ontwikkelden zich zowel de althoorn in Eb als het euphonium in Bb.

In 1843 werd het euphonium, dat toen in het Italiaans nog "corno basso chromatico" heette, uitgevonden om een zachte klank in het lagere register te krijgen. Het was deze zachte klank die het instrument zijn huidige naam gaf.

Euphonium komt uit het Grieks en betekent "melodieus". Een vergelijking van de twee instrumenten op naam laat duidelijk zien dat het euphonium de winnaar is. Het euphonium wordt ook vaak de infanteriecello genoemd, de violoncello van de blaasmuziek. De naam althoorn verwijst enkel naar de toonhoogte van het instrument.

Uw contactpersoon