2. Principles of operation

Als er een natuurlijk, onbewerkt signaal in zijn volle omvang, d.w.z. in zijn hele dynamische bereik, zou worden uitgezonden, zouden er zich vaak problemen voordoen: alleen al in de natuur doen zich geluidsgebeurtenissen voor met een bereik van meer dan 100 dB. Denk maar aan heel stille ritselende bladeren en heel luide donder in de onmiddellijke nabijheid van een krachtige onweersbui.

Bij radio bijvoorbeeld wordt een dergelijke dynamiek helemaal niet doorgegeven. Hier is het bereik maximaal 40-50 dB. Om zelfs zeer grote verschillen (symfonieorkest !) voldoende te kunnen overbrengen, is compressie nodig. In omroepland wordt dit gedaan door de zogenaamde broadcast compressors.

Er moet dus ergens een compromis worden gesloten tussen de bestaande dynamiek van een opname en de technische mogelijkheden aan de reproductiezijde. Immers, de hit moet nog steeds fatsoenlijk klinken op de kleine MP3-spelers met de 08/15 oordopjes van de discounter.

Wie wil weten hoeveel zijn favoriete ingeblikte muziek gecomprimeerd is en een redelijk zinvolle niveaumeter (mengpaneel) heeft, moet maar eens een CD naar keuze bekijken via de meter. En? Zit daar veel beweging in? In de regel is hedendaagse rock- of popmuziek zodanig gecomprimeerd (en begrensd) dat het dynamisch bereik beperkt is tot ongeveer 3 tot 6 dB.

Hoe wordt deze beperking in dynamiek bereikt? De compressor maakt het mogelijk! Hoe? De volgende grafiek legt een beetje uit hoe een compressie - fysiek gesproken - tot stand komt:

Het ingangssignaal wordt vrijwel afgebogen op de ingestelde karakteristiek van de compressor. Bij een ratio van 1:1 gebeurt er niets. Hoe groter deze ratio (2:1, 4:1, 6:1 tot 8:1), hoe meer het uitgangssignaal wordt gecomprimeerd ten opzichte van het ingangssignaal.

Natuurlijk werkt dit ook in het negatieve bereik en krijgen we dus een algeheel gecomprimeerd signaal, altijd in de zin van dynamisch bereik.

De tweede zeer belangrijke parameter van de compressor is het aangrijpingspunt. Dit wordt bijna uitsluitend threshold genoemd. Als dit punt bijvoorbeeld de waarde 10 dB krijgt, dan worden alleen de signaalcomponenten die boven deze waarde liggen gecomprimeerd.