4. Static parameters

De werking van de compressor wordt gekenmerkt door de volgende statische parameters:

Threshold

De threshold is het ingangsniveau waarbij de compressor het signaal begint te verzwakken. Onder de threshold wordt het signaal doorgelaten zonder niveauvermindering (unity gain). De threshold is een dB-waarde die lager is dan het werkniveau van de compressor. Het is dus een negatieve dB-waarde (bijvoorbeeld -9 dB ten opzichte van 0 dB).

Ratio

Verhouding tussen de verandering van het ingangsniveau en de verandering van het uitgangsniveau. Een verhouding van 4 : 1 betekent bijvoorbeeld dat een verandering van 4 dB in het ingangsniveau aan de uitgang resulteert in slechts een stijging van 1 dB.

Gain Reduction

De versterkingsverlaging wordt weergegeven in dB op een niveaumeter. Deze is niet constant, maar neemt toe naarmate de drempel wordt overschreden. Het overschrijden van de drempelwaarde met 4 dB leidt tot een andere versterkingsverlaging dan het overschrijden van de drempelwaarde met 16 dB. Met een verhouding van 4 : 1 is de niveauverlaging in het eerste geval ongeveer 3 dB in het tweede geval 12 dB.

Makeup Gain

Over het algemeen wordt een compressor aanvankelijk zo geregeld dat het signaalniveau overeenkomt met het werkniveau (0 dB op de niveaumeter). De threshold ligt onder het werkniveau, bijvoorbeeld -15 dB. Een bepaalde ratio leidt daarom tot een overeenkomstige niveauverlaging. De compressor wordt dan als het ware onderdrukt. De make-up gain verhoogt nu het uitgangssignaal onafhankelijk van de threshold.
Harde signalen worden dus in niveau verlaagd afhankelijk van de drempelwaarde. Stille signalen onder de threshold worden verhoogd. Het dynamische bereik wordt beperkt.

Het volgende diagram illustreert deze relaties nogmaals.

Threshold, Ratio en Makeup Gain zijn eigenlijk instelbare parameters van een compressor. De gainverlaging is hiervan het resultaat en wordt weergegeven door een overeenkomstige niveauweergave.

Golden Age Project Comp-54 MkII

Zoals te zien is in het bovenstaande diagram, maakt de karakteristiek een scherpe bocht bij de threshold. De niveauverlaging volgt een lineaire karakteristiek. Hierdoor kan het gebruik van de compressor duidelijk hoorbaar zijn. Veel compressoren bieden daarom een schakelaar tussen een zogenaamde harde en zachte kniekarakteristiek. De karakteristiek is niet langer lineair, maar verandert geleidelijk van helling.