4. Positioning

Een van de belangrijkste dingen bij het opnemen van een akoestische gitaar is de positionering van de microfoon of microfoons.

Mono

De beste positie voor het oppakken van een akoestische gitaar is ongeveer op het kruispunt tussen nek en body. Afhankelijk van de richtingskarakteristiek, ruimte en gewenste klank (ruimtelijk of droog) dient de microfoon tussen de 30 en 60 cm van het instrument geplaatst te worden. Eventueel verder dan 60 cm, maar alleen als de opnameruimte echt goed klinkt. De microfoon moet naar de spelende hand worden gekanteld. De aanvalsgeluiden geven de klankdefinitie. Als je een zachter geluid wilt, kun je de microfoon meer richting het klankgat draaien, maar hier wordt het al snel een dreun. De bas kan iets worden verminderd als je de microfoon iets hoger plaatst (ongeveer ter hoogte van het bovenframe) en naar beneden kantelt. Varieer de microfoonpositie; U zult merken dat zelfs kleine veranderingen grote verschillen in geluid kunnen veroorzaken.

Stereo - Multi-microfoon

De eenvoudigste manier om de hierboven beschreven mono-opnamemethode uit te breiden naar stereo is door een tweede microfoon toe te voegen. Het probleem is dat geen enkele andere positie zo goed klinkt als de overgang tussen nek en lichaam. Je kunt een bruikbaar geluid krijgen als je een tweede microfoon vanaf de zijkant, weg van je nek, schuin op de brug of het punt voor de brug, vlakbij je spelende hand, richt. Op zichzelf klinkt dit geluid enigszins mid-nasaal. In combinatie met de microfoon bij de nek/lichaamsovergang wordt een mooi breed geluid bereikt. Strikt genomen is het geen echt stereoproces, maar eerder een vorm van multi-microfooning, maar wat dan ook. Wat telt is het resultaat.

Stereo - XY-gebruik

Je kunt ook een echt stereoproces gebruiken. XY-stereofonie is ideaal. Twee microfoons zijn direct boven elkaar opgesteld. De capsules moeten zo dicht mogelijk bij elkaar liggen. De microfoons zijn ongeveer 90 graden ten opzichte van elkaar uitgelijnd. Bij de nek/body overgang krijg je weer een goed geluid. Het probleem hierbij is dat de ene microfoon op de nek gericht is, de andere op het lichaam. De op de body gerichte microfoon produceert uiteraard meer volume dan de microfoon gericht op de toets, die vooral snaargeluiden oppikt (die echter erg levendig kunnen klinken). Dit verschil in volume kan gedeeltelijk worden gecompenseerd op de voorversterker, maar de klank blijft enigszins asymmetrisch. Je kunt beide microfoons ook wat verder naar het lichaam toe bewegen, maar je krijgt niet altijd een optimaal totaalgeluid. Om het dreunende geluid van het klankgat te voorkomen, moet je de microfoons iets hoger plaatsen en schuin naar beneden richting de gitaar richten. Om een ​​zo goed mogelijk resultaat te bereiken is hier experimenteren nodig.

M/S-Stereophonie

Een zeer goede methode is M/S-stereofonie. M en S staan ​​voor midden- en zijsignalen. De ene microfoon wijst naar de geluidsbron, de andere bevindt zich er direct boven, in een hoek van 90 graden. De offsetmicrofoon moet een achtvormig patroon hebben; het absorbeert het indirecte zijgeluid. Voornamelijk geluidsreflecties en ruimtelijke componenten. De microfoon, die op de geluidsbron is gericht, neemt het directe geluid op. Het heeft meestal cardioïde kenmerken; Er kunnen echter ook brede cardioïde, super- of hypercardioïde omni of figuur acht worden gebruikt. Voor akoestische gitaar is de beste positionering zoals bij een mono-opname bij de nek/body-overgang en cardioïde of brede cardioïde als richtkarakteristiek voor de M-microfoon.

De M/S-opnamemethode heeft verschillende voordelen: het directe signaal klinkt uitstekend, het stereogeluidsbeeld is symmetrisch en gebalanceerd. De stereobreedte kan eenvoudig worden gemanipuleerd door het niveau van de microfoon met cijfer 8 te verhogen of te verlagen. Als de stereo-opname in mono wordt afgespeeld, verdwijnt het zijsignaal en blijft het middensignaal volledig intact. Goede monocompatibiliteit is erg belangrijk voor tv en radio.

De M/S-methode heeft ook één nadeel: je hebt een zogenaamde MS-matrix nodig, die het midden/zij-signaal omzet in een links/rechts-signaal. Het M-signaal moet in het stereocentrum (L+R) worden geplaatst, het S-signaal van de achtvormige microfoon moet op het linkerkanaal worden geplaatst en, uit fase, op het rechterkanaal (L-R). Sommige moderne voorversterkers hebben zo'n M/S-decoder geïntegreerd. Hier hoef je eigenlijk alleen maar de twee microfoons aan te sluiten, op de knop te drukken en je bent klaar. Als je niet zo'n voorversterker hebt, kun je software gebruiken. Er zijn plug-ins van verschillende fabrikanten (bijvoorbeeld freeware van MDA en Voxengo of Tools One in Cubase) die een M/S-signaal kunnen decoderen naar een normaal L/R-signaal.

Uw contactpersoon